SV | En ziet, de heerlijkheid des Gods van Israel kwam van den weg naar het oosten; en Zijn stem was als het geruis van vele wateren, en de aarde werd verlicht van Zijn heerlijkheid. |
WLC | וְהִנֵּ֗ה כְּבֹוד֙ אֱלֹהֵ֣י יִשְׂרָאֵ֔ל בָּ֖א מִדֶּ֣רֶךְ הַקָּדִ֑ים וְקֹולֹ֗ו כְּקֹול֙ מַ֣יִם רַבִּ֔ים וְהָאָ֖רֶץ הֵאִ֥ירָה מִכְּבֹדֹֽו׃ |
Trans. | wəhinnēh kəḇwōḏ ’ĕlōhê yiśərā’ēl bā’ midereḵə haqqāḏîm wəqwōlwō kəqwōl mayim rabîm wəhā’āreṣ hē’îrâ mikəḇōḏwō: |
En ziet, de heerlijkheid des Gods van Israel kwam van den weg naar het oosten; en Zijn stem was als het geruis van vele wateren, en de aarde werd verlicht van Zijn heerlijkheid.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En ziet, de heerlijkheid des Gods van Israel kwam van den weg naar het oosten; en Zijn stem was als het geruis van vele wateren, en de aarde werd verlicht van Zijn heerlijkheid.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!